Naar aanleiding van De doos van Pandora dat we hier op 17 oktober j.l. publiceerden, vroeg een lezer ons wat er te vertellen valt over “hoe je vanuit de sociale driegeleding naar de Europese Unie moet kijken?”
Dat is een vraag waar we blij – maar ook een beetje verdrietig van worden. ‘Blij’, omdat we domweg blij zijn met elke serieuze vraag . ‘Een beetje verdrietig’, omdat er in de formulering van de vraag ook een misverstand naar voren komt dat we wel vaker tegenkomen: van de sociale driegeleding ‘moet’ namelijk niets.
De sociale driegeleding schrijft niet voor hoe we tegen dit of dat aan moeten kijken en zegt ook niet dat we dit of dat moeten doen of laten.
De sociale driegeleding groeit daar waar mensen op een onbevangen manier de sociale werkelijkheid willen onderzoeken en – maar het volgende kan op veel andere manieren óók gezegd worden – waar mensen er toe willen komen elkaar in de diepste zin van het woord ‘Recht’ te doen.
De sociale driegeleding wortelt in het waarnemen van de sociale werkelijkheid en in de ware interesse voor de mens. Liefde voor de waarheid en liefde voor de mens, noemde Rudolf Steiner dat, en hij had gelijk.
In een volgend bericht proberen we een beginnetje te maken met het andere antwoord op de vraag van onze lezer – en gaan we eens kijken naar de Europese Unie in het licht van de sociale driegeleding.