Dit artikel verscheen in Driegonaal 37/4. Ongeveer sinds het verschijnen van dit nummer verrast AH de krantenlezer elke week met een paginagrote advertentie waarin mooie verhalen worden opgedist over de duurzaam groene biologische koers. We zullen nog eens wat schrijven! :>)
Je hoort het vaak in de levensmiddelenbranche. Dan gaat het bijvoorbeeld over plofkippen, over de hoeveelheid suiker in frisdrank of over de ongezonde troep die er volop te koop is: ‘De klant wil het zo, wij – de onderneming – willen best een stapje verder gaan, maar de klant hé? En u begrijpt dat wij niet te ver voor de troepen uit willen lopen.’
Het is een gordijn van woorden van redelijkheid. ‘Ja’, denk je dan, ‘daar zit ook wel wat in.’ – Achter dat gordijn is het anders. Daar is het gewoon van: ‘Wij gaan niet moeilijk doen; wij willen onze omzetdoelen halen tegen de laagst mogelijke kosten; wij willen onze winstmarge verhogen en niet stabiliseren of laten krimpen; de concurrentie zit ook niet stil; wij luisteren beter naar de aandeelhouders dan naar de klanten; en als heel Nederland door de bocht gaat doen wij daar als het zo ver is braaf aan mee.’
Frans Muller is bestuursvoorzitter van Ahold en is daar goed op zijn plaats. Hij vindt (NRC van 12/8/2021] dat het niet aan Albert Hein is om de klant te vertellen dat die minder vlees moet eten. ‘Wij willen voorkomen dat wij tegen klanten zeggen: dít moet je doen, dit is gezond. Dat is niet onze rol.’
Nou ja, dat klinkt ook best redelijk. Je wilt van je grootgrutter toch ook niet horen wat gezond is en wat je beter kunt laten staan? Stel je voor! Je fietsenmaker gaat je vertellen wat een goede fiets is; je boekhandelaar wijst je op een goed boek; je witgoedverkoper begint je uit te leggen wat een goede wasmachine is! – Nee, zó gaan we dat niet doen.
En dáárom wil Ahold ons niet vertellen wat we moeten doen of laten. We moeten er zelf maar achter zien te komen dat de hamsterweken weer aangebroken zijn; dat het weer 1 + 1 gratis is; dat de winkel weer uitpuilt met bonusaanbiedingen… En omdat dat geen rol is die Ahold op zich wil nemen, besteedt Ahold ook géén honderden miljoenen aan reclame per jaar om onze euro’s bij AH, Gall & Gall, Etos of Bol.com te besteden.
Muller vindt dat zijn bedrijf echt zijn best doet ‘om te duwen en te revolutioneren. Maar klanten zijn gewoontedieren.’ – Zó. Nu is het maar eens gezegd, en niet door mij maar door Frans Muller: in de moderne economie wordt de consument benaderd alsof hij een dier is (en dus gemanipuleerd, gestuurd, gedresseerd kan worden).
Ik wil Frans Muller natuurlijk ook niet vertellen wat hij moet doen. Dat is niet mijn rol.
Dus weet jij wat je níet moet doen Frans? Jij moet je klanten eens niet gaan opzoeken. En dan ga je niet met ze om de tafel; je gaat niet met ze in gesprek en je doet géén moeite om er achter te komen wat ze nou werkelijk van jou willen; en wat ze daarvoor over hebben, dat interesseert jou ook niets; en jij gaat in het economisch proces van jouw onderneming géén ruimte maken voor hun betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid.
Dat is nu precies wat jij allemaal niet gaat doen! Want jouw rol is Frans Muller te zijn, bestuursvoorzitter van Ahold, dompteur van gewoontedieren, vakken- en zakkenvuller van je aandeelhouders. (jh)