We willen u graag nog van harte feliciteren met het einde van de economische en financiële crisis!
Nu het kabinet Rutte voor vijf miljard cadeautjes gaat uitdelen weten we het zeker: na de zeven magere jaren zijn de vette jaren weer aangebroken. Met de geleidelijke afbraak van het sociale stelsel, de sluipende binnenkomst van het ‘wie-niet-werkt-zal-niet-eten-principe’ en het ontstaan van een wereldwijd miljoenenlegioen van kanslozen, zal het spek ons in de komende jaren weer bekleden en gaan de bomen weer tot in de hemel groeien.
De crisis heeft veel gebracht, maar nog niet het besef dat we het in en met de economie echt anders zullen gaan moeten doen.
De gezonde gedachten die wél een levensvatbaar fundament onder de economie zouden kunnen leggen, liggen voor u klaar. U vindt ze bijvoorbeeld in het kleine boekje van Christopher H. Budd: Economische schetsen.
Hieronder een fragment uit de Inleiding.
En: tot en met vrijdag 26 juni a.s. wordt het boekje u zonder verzendkosten thuisgestuurd.
“De wereldeconomie is stuurloos geraakt. De paarden zijn op hol geslagen en geen enkele politieke strategie, wereldplan of nieuwe theorie kan ze nog onder controle krijgen. Ons ontoereikende denken zoekt tevergeefs naar de paarden en is niet in staat te erkennen dat wij het zelf zijn, in alles wat wij doen, die de situatie die wij beleven creëren. Wanneer wij een pak suiker kopen creëren wij alle processen die daarachter liggen, inclusief de excessen van de chemische landbouw en de onrechtvaardigheid van de exploitatie van de derde wereld. Onze dagelijkse transacties vormen de substantie van de economie, het materiaal waarmee de econoom werkt. Zolang wij ons niet bewust zijn van de economie van ons bestaan, veroorzaken wij de omstandigheden waarvoor de econoom, hoe briljant ook, nooit een remedie zal kunnen leveren. Er is geen geneesmiddel voor de wan-economie van onze tijd als wij wereldwijd blijven volharden in onze economische onwetendheid. Met andere woorden, niets is meer oneconomisch dan niet te weten wat economie is.
Wat is economie dan? Dat is een vraag die niet eenduidig beantwoord kan worden. Het is beter om deze vraag met een omtrekkende beweging te benaderen. Een goed startpunt is om te overwegen wat er gebeurt bij het kopen en verkopen. Men koopt of verkoopt dingen voor een bepaalde prijs. Economie houdt zich niet bezig met het ding dat uitgewisseld wordt maar met de prijs van dat ding. Voorwerpen komen voort uit de natuur; maar de prijs niet. Die is een bedenksel van de mens. Dieren hoeven niet na te denken over prijzen. Hun economie – dat wil zeggen de middelen waarmee zij voorzien in hun materiële bestaan – is geheel en al deel van de natuur. Economie is een typisch menselijke activiteit die door de mens wordt geschapen en onzichtbaar bestaat, onderscheiden van de wereld van de natuur.
Alles in de economie is onzichtbaar, Prijs, Waarden, Kapitaal – geen van deze categorieën hebben een zintuiglijk waarneembaar bestaan. Omdat de dingen van de economie onzichtbaar zijn, moet de inhoud van de economie begrepen worden door ons voorstellingsvermogen. Het is een vergissing om economische wetenschap gelijk te stellen aan de natuurwetenschap in het algemeen. Statistieken, modellen, ‘wetten’ en andere hulpmiddelen van de zogenaamde wetenschappelijke economie zijn in de praktijk van weinig betekenis want ze beschrijven wat gebeurd is en niet wat zal gebeuren. In de economie is wat reeds gebeurd is echter niet zo belangrijk, het is de toekomst die de econoom bezighoudt. En daarvoor heeft hij een vooruitziende blik en voorstelling nodig – geen dode statistiek.”