U heeft het wel geraden: Diederik Samsom is de lone wolf die ernstig meent dat veel problemen in dit land als sneeuw voor de zon wegsmelten wanneer kinderen voortaan op driejarige leeftijd naar school gaan.
Waarom ik Diederik een lone wolf noem?
Omdat hij binnenkort door zijn partijvriendjes als een dolle hond zal worden uitgedreven en zodoende een nieuw hoekje in zijn biografie mag gaan verkennen. Smartelijk voor hem, maar voor ons is het beter zo. Berichten van haat of waanzin kunnen, indien ze al geuit moeten worden, beter in de woestijn geroepen worden, waar niemand ze hoort.
Persoonlijk blijf ik dan nog wel met de vraag zitten of Samsoms ideetje over driejarige kinderen van pure haat of van reine waanzin getuigt. Het heeft van allebei wel wat namelijk. Maar dit zal een van die vragen zijn waar je als mens nooit een antwoord op krijgt.
Of heb ik makkelijk praten, zo van langs de zijlijn?
Laat ik het eens aan iemand vragen die al zo’n 35 jaar in het onderwijs zit, bedacht ik me. Iemand die vele jaren met kleuters heeft gewerkt. Die na- en bijschoolde en ook andere klassen, sorry: groepen, deed en ook nog schoolleider werd. En die vervolgens weer terugkeerde naar de kleuters, die lieverdjes die zo nieuwsgierig in het leven staan, die nog verwondering kennen en in sprookjes geloven, die nog braaf nadoen wat ze om zich heen zien – en die door ons volwassenen zo grondig verpest en geschaad kunnen worden.
Zodoende vroeg ik mijn zus, want die is het, hoe zij naar Diederiks plannetje keek. Dat heb ik geweten. Ze vertelde me namelijk dat ze net, daags ervoor, aan haar schoolleider had verteld dat ze aan het eind van het schooljaar de lier aan de wilgen hangt. Na al die jaren in het onderwijs is ze gekraakt en gesloopt, gemangeld en uitgeperst: ze is op.
Niet door de kinderen en hun vragen of problemen. Nee, dat is nu juist het enige waaraan ze nog voldoening beleeft. Nee, het is al het andere dat om het directe bezig zijn met de kinderen hangt en dat alles dat maar zweemt naar betrokkenheid, enthousiasme, plezier of opvoedkunst de kop indrukt. Als leerkracht is ze op de eerste plaats boekhouder in dienst van de anonieme tiran die het onderwijs in Nederland in zijn greep heeft en die leerkrachten dwingt alles dat ze in de klas doen vooraf tot in detail te beschrijven, inclusief datgene wat met lesje a of b bereikt moet worden. Aan het eind van de dag, als de kinderen naar huis zijn, moet ieder lesje nog eens opnieuw, maar nu achteraf, worden beschreven: is het gegaan zoals de bedoeling was, kon het niet beter, is er bereikt wat er bereikt moest worden, welk kind heeft wat nog nodig en hoe gaat dat er uit zien en wanneer gebeurt dat, en bovendien: hoe gaan de lesjes van morgen er uitzien?
Ergens via het IT-systeem kijkt grote broer tiran voortdurend mee, want immers: niet alleen de kinderen maar vooral ook de leerkrachten moeten bij de les blijven.
Ach, en zoiets als dit is nog maar het topje van de ijsberg waarin de praktijk van het onderwijs ingevroren zit. Er kan immers geen maatschappelijk probleem zijn (geweld, alcoholmisbruik, obesitas, religieus fundamentalisme, loverboys en ga maar door) of ‘het onderwijs’ mag het oplossen.
Ik hoorde dus een heleboel van mijn zus maar had niet meer de euvele moed door te vragen naar haar visie over Diederiks ideetje. Ze ligt namelijk al wakker van de onderwijs-werkelijkheid van nu en ik zou wel heel wreed zijn als ik haar ook nog eens zou vragen zich een beeld te vormen van alle kansarme achtergestelde driejarige kindjes die Diederik de klas in wil drijven.
Dan liever Diederik de woestijn in. Ik zou er overigens geen bezwaar tegen hebben wanneer hij al zijn collega politici die zich ‘onderwijsspecialist’ voelen of noemen, zou meenemen. In alle oprechtheid, en uit zorg voor het kind en voor de toekomst zou ik zeggen: drijf ze uit!
Drs Teentjes