vgbroer

Gelijkheid, niet voor niets één van de drie idealen van de Franse revolutie, is op zijn plaats in het gebied van de democratie; het gebied waar mensen hun onderlinge verhoudingen vorm geven. Hier heeft ieder mens één stem, hier vormen we wetten en regels op basis van de gelijkwaardigheid van mens tot mens. Hier respecteren we de mondigheid die in principe in ieder mens leeft.

In de democratie staan de vraagstukken centraal die ieder mens aangaan, de vraagstukken waarbij ieder mens betrokken is en waarover ieder mens dus ´oordeelsbekwaam´ is.

Dat gaat dan bijvoorbeeld om vragen als:

  • welke rechten (bijvoorbeeld op inkomen) worden er geschapen voor mensen die ziek of invalide zijn;
  • welke rechten (bijvoorbeeld op onderwijs) worden er geschapen voor kinderen;
  • welke rechten (bijvoorbeeld op inkomen) worden er geschapen voor mensen die gezien hun leeftijd niet meer werken;
  • hoe verdelen we de hoeveelheid werk die nodig is om het, voor de vervulling van de hier overeengekomen rechten, nodige niveau van welvaart te realiseren?

Daarnaast moet vanuit het gebied van recht en democratie, het gebied waar mensen in gelijkheid participeren, enerzijds bewaakt worden dat kunst, wetenschap, religie, onderwijs e.d. zich in vrijheid kunnen ontwikkelen, en anderzijds moet vanuit dit gebied de economie begrensd worden. Dat laatste kan bijvoorbeeld door democratisch gevormde wetgeving die vragen van arbeid en inkomen tot rechtsvragen maakt (met andere woorden, over deze vragen beslist de democratie, ze worden niet binnen de economie bepaald) of door wetgeving die bepaalt dat economische activiteit die tot schade aan het milieu leidt, gecompenseerd dient te worden en één op één in de prijs van een product tot uitdrukking moet komen.

Uit de laatste van vier blogberichten over democratie op de website van de Summer Foundation.