Wie in gedachten wel eens de kont tegen de krib gooien wil, kan zich erover verbazen: waarom is het nodig dat de Nederlandse, lees eventueel: West-Europese, samenleving steeds meer gelijk wordt aan de Amerikaanse?
John Hogervorst verbaast zich…
De top van de (Nederlandse) pensioenfondsen houdt rekening met een verandering van het Nederlands pensioenstelsel: dat zal gaan worden zoals in Amerika. Banken introduceren hier welbewust de risicovolle ‘hypotheekproducten’ die mede debet zijn aan de crisis op de Amerikaanse hypotheekmarkt. Hervormingen in universitair en hoger onderwijs worden geïnspireerd door Amerikaanse praktijken. Het ontslagrecht moet op de helling, want moet net zo dun worden als in Amerika. En over dat alles heen komt dan ook nog Heleen Mees, die in een neo-romantisch-liberaal artikel in NRC Handelsblad zwijmelt over de hartverwarmende sociale cohesie in wereldstad New York en in het verlengde daarvan aantekent dat het daar nog wemelt van “… banen die in Nederland helemaal niet bestaan, zoals de waterschenkers in restaurants, de liftbedienden in de vele wolkenkrabbers die New York rijk is en de schoenpoetsers die op kantoor langskomen.” (14/11/2007)
Een karikatuur? Nee, Heleen Mees is heel serieus en na het idyllische beeld van het dorp New York, gevuld met wolkenkrabbers en schoenpoetsers, pleit ze voor een verdere afslanking van de verzorgingsstaat als panacee voor vele maatschappelijke noden.
Dat alles in Nederland koek en ei is, u hoort het mij niet zeggen. Dat de verzorgingsstaat zoals wij die kennen doel op zich is evenmin. Maar Amerika… Amerika? Hoe was het daar ook alweer geregeld met het onderwijs (door terzake kundigen een ‘nationale ramp’ genoemd); de gezondheidszorg (voor tientallen miljoenen Amerikanen onbereikbaar); de verdeling van welvaart (met miljoenen Amerikanen op of onder de armoedegrens); de vrijheid van meningsuiting (met media die iedere keer opnieuw met de leugen meelopen om zich vervolgens te verexcuseren, om vervolgens weer met de leugen mee te…); de rechtspraak (onschuldigen verklaren zichzelf schuldig om hun kansen in de tombola te vergroten) of de democratie (die met meer recht een plutocratie genoemd kan worden, d.w.z.: waar macht en rijkdom regeren)?
Wat, met de beste wil van wereld, is er nou in Amerika dat wij hier écht missen? Hoe kan een verstandig mens in ernst streven naar een stap voor stap doorgevoerde veramerikanisering van onze samenleving?
Het zal wel komen omdat anderen (velen) een ander Amerika zien: een machtig land, welvarend, bedrijvig, dynamisch, vooruitstrevend, modern, snel, toekomstgericht. Het Amerika van de wolkenkrabbers, van technologie, van Hollywood en Wall Street, van persoonlijke vrijheid en van de ‘Amerikaanse droom’.
Amerika is als de god Janus, de godheid met de twee gezichten, die begin én einde was…
Het ene Amerika wil de toekomst in en heeft een technologische signatuur.
Het andere Amerika, niet het technologische maar het ‘sociale’ Amerika, zit vastgekluisterd aan het verleden. Het is een hopeloos verdeeld Amerika van ieder voor zich en God voor ons allen, het Amerika van waterschenkers en schoenpoetsers, van mannen en vrouwen met twee of drie baantjes en geen geld voor pensioen of gezondheidszorg, het is ook het Amerika van de schaamteloze zelfzucht en verrijking, van miljonairs die levenslang klaarkomen in hun Amerikaanse droom…
De mythe van de krantenjongen die miljonair werd is de illusie die de armen bezig houdt en motiveert. Ontsporen ze in drugs en misdaad? Dan is er nog altijd het Amerikaanse gevangeniswezen, dat in 2005 2,5 miljoen gedetineerden van de straat hield. Liever dat dan een samenleving waarin mensen voor elkaar verantwoordelijk willen zijn.
Déze kop van de Amerikaanse Janus is een achttiende eeuwse kop, een kop van vóór de Franse Revolutie.
“In onze tijd wordt een soort sluier gehuld over de ware impulsen waarom het gaat. Bepaalde mensenkrachten zijn bezig iets voor zichzelf veilig te stellen. Wat dan wel? Bepaalde mensenkrachten zijn bezig de impulsen die tot aan de Franse Revolutie terechte impulsen waren en die ook door bepaalde occulte scholen werden vertegenwoordigd, nu te vertegenwoordigen in ahrimanisch-luciferische terughouding; zij vertegenwoordigen deze krachten zó dat zij daarmee een maatschappelijke ordening overeind houden die de mensheid dacht sinds het einde van de 18e eeuw overwonnen te hebben.” (GA 178, 25/11/1917, p. 232)
Dát is wat er gebeurt wanneer de veramerikanisering in sociale zin in West-Europa nog verder voet aan de grond krijgt: wij gaan ruim twee eeuwen terug in de tijd, naar een samenleving die ten dienste stond van een kleine bovenlaag die zich wentelde in de welvaart die de vrucht was van het werken van een grote maar rechtenloze meerderheid. De kostuums, het decor en de dialogen zijn anders – de regisseur is dezelfde.
(Oorspronkelijk gepubliceerd in Driegonaal, jrg.29, nr. 3 + 4, december 2007)