Nog meer eet-weetjes uit het interview met Mark Bittman: in Amerika is frisdrank de belangrijkste bron van inname van calorieën, 7 procent “van de inname van calorieën … komt uit frisdrank.” Suiker is volgens Bittman het grootste probleem. “Een cheeseburger heeft nog wel een zekere voedingswaarde. Frisdrank niet, dat is een non-food, net als sigaretten.”
De voorkeur van de mens, en zeker van kinderen, voor zoet zit volgens Bittman deels “in ons systeem” en “daar boven op komt de marketing. Kinderen wordt verteld dat cola en Choco Puffs cool zijn. … De voedingsindustrie doet ook steeds vaker suiker in zaken waarin het helemaal niet thuishoort.” Zoals in de hamburgerbroodjes van McDonald.
De ‘vrijheid van soep’ blijkt dus een schijnvrijheid te zijn. De voedingsindustrie stelt voeding zó samen dat mensen er feitelijk aan verslaafd raken. Daarbij staat de consument, jong en oud, permanent bloot aan een onophoudelijk offensief van reclame voor voedingsmiddelen die op zijn minst niet bevorderlijk zijn voor de gezondheid. Als je daar dan nog het ‘normale westerse leefpatroon’ aan verbindt, waarin een ‘normaal’ gezin bestaat uit twee werkende partners die zich de benen uit het lijf rennen om de stroom van het dagelijks leven in beweging te houden en daarbij steeds vaker in de magnetron opgepiept kant-en-klaar voedsel op tafel zetten; en dan óók nog eens terugdenkt aan de reeks van ‘voedselschandalen’ van de afgelopen jaren… dan is duidelijk dat bewustwording op het gebied van voeding en gezondheid alsmaar dringender wordt.
Als we de problemen niet onder ogen willen zien zullen we ze op moeten eten.
Misschien moeten we alsnog die vrijheid-van-soepbeweging op poten zetten. We gaan proberen mensen weer bewust te maken van kwaliteit en zetten hen aan om weer écht te gaan koken.
En waar te beginnen met de vrijheid-van-soep-actie?
Ik stel voor: met de vrijmaking van het onderwijs uit de greep van overheid en economie. Dan hebben we kans dat vanuit het onderwijs weer jonge volwassenen stromen met interesse, nieuwsgierigheid en zin in het leven.
Die laten zich geen knollen voor citroenen verkopen.