Albert Heijn heeft het in de afgelopen dagen weer eens laten zien: de economie verbindt.
Eerst waren het de fabrikanten die protesteerden tegen de eenzijdig aangekondigde 2% extra marge die AH van zijn leveranciers eist. Vervolgens klonterden de boeren samen rond het hoofdkantoor van AH: zij vrezen dat de fabrikanten de rekening naar hen doorschuiven.
Winkelier, fabrikant en boer – nu de consument nog.
In een economie waarin strijd (lees: concurrentie) een gangbaar principe is; is het niet zo raar als een partij die de grootste is, eenzijdig dictaten oplegt. “Jij wilt mij in het vervolg geen 2% extra marge geven? Dan haal ik jouw product bij mij uit het schap.”
Albert Heijn doet wat in onze economie heel gewoon is: zo scherp mogelijk inkopen; efficiënt distribueren; goedkope arbeidskracht maximaal benutten; service en keuze voor de klant, en dat alles verpakt in een vriendelijk imago.
Hoe die verpakking aansluit op de Albert Heijn-praktijk?
Dat is met wel meer dingen in supermarkten een beetje een probleem.
Als consument zou je (toch?) willen weten wat de verpakking bevat, en of er op die verpakking geen misleidende of onware informatie staat.
Het zou goed zijn eens wat preciezer te bekijken wat de praktijk van de moderne supermarkt behelst. Dan zouden we zien hoe de economie ons verbindt: consument-winkelier-handelaar-producent-boer.
Dan zouden we ook kunnen bepalen hoe we onze verbinding met elkaar willen vormgeven. Als een permanente strijd, of als een samenwerking.
Wie overigens de permanente strijd aangaat met degenen met wie hij op basis van wederkerige afhankelijkheid verbonden is, is eenvoudigweg niet goed bij zijn hoofd.